Ziekte van Pfeiffer
In het kort
De ziekte van Pfeiffer is een infectieziekte dat door een virus wordt veroorzaakt. Iedereen raakt wel een keer besmet met dat virus. De meeste mensen hebben geen klachten als ze besmet zijn, maar zijn dragers. Er is aangetoond dat zoenen een hoger besmettingsrisico met zich meebrengt. Wij raden u dan ook aan om daar wel voorzichtig mee te zijn. Er zijn geen medicijnen die tegen de ziekte van Pfeiffer helpen. Na het eerste bloedonderzoek is een extra controle bijna nooit nodig. De ziekte van Pfeiffer gaat vanzelf over.De ziekte van Pfeiffer is een infectieziekte dat door een virus wordt veroorzaakt. Dit virus wordt ook wel het Epstein-Barrvirus genoemd. Iedereen raakt wel een keer besmet met dat virus. De meeste mensen hebben geen klachten als ze besmet zijn, maar zijn dragers. Hierdoor kunnen ze het wel overdragen op een ander.
Jongeren tot de 25 jaar zijn vatbaarder voor het virus. Als zij Pfeiffer krijgen, kunnen zij zich erg ziek voelen. Nadat u besmet geraakt bent en/of de ziekte heeft gehad, kan u de ziekte niet nog een keer krijgen. Dit komt doordat uw lichaam dan voldoende afweerstoffen tegen het virus heeft aangemaakt.
U heeft de ziekte van Pfeiffer als u:
- Last heeft van opgezette en pijnlijke lymfeklieren in uw hals
- Opgezette klieren heeft over uw hele lijf (dit komt soms voor)
- Last heeft van koorts
- Last heeft van keelpijn
- Bovenstaande klachten langer dan 10 dagen heeft
Naast deze klachten zijn er kleine bloeduitstortingen te zien zijn op uw gehemelte en zit er een vlekkerig slijmlaagje over uw keelamandelen. Verder kunt u ook last hebben van:
- Een gevoelige of vergrote lever
- Een uitgeput gevoel
- Geelzucht
- Hoofdpijn
- Veel zweten
- Hoesten
- Huiduitslag (bij jonge kinderen)
- Een longontsteking
Hoelang het duurt voordat u hersteld bent, is niet met zekerheid te zeggen. De eerste klachten houden ongeveer 5 á 8 weken aan, maar u kunt er ook langer last van hebben. De vermoeidheid houdt vaak het langst aan. Soms duurt het wel drie maanden voordat u daarvan af bent. De ziekte van Pfeiffer heeft meestal geen ernstige gevolgen.
Bij de ziekte van Pfeiffer is het vooral belangrijk dat u uw normale dagelijkse dingen zoveel mogelijk blijft doen. Het helpt niet om extra te slapen of te rusten. Verder raden wij u aan om een normaal en gezond voedingspatroon aan te houden. Een apart dieet is niet nodig. Om een ander niet te besmetten kunt u:
- Zoenen vermijden
- Uw eigen bestek, borden en bekers gebruiken
- Uw eigen handdoeken gebruiken
Aangezien bijna iedereen het virus een keer heeft gehad en er vanzelf immuun voor wordt, is het niet essentieel om deze maatregelen op te volgen. U heeft daar zelf een keus in. Wel is aangetoond dat zoenen een hoger besmettingsrisico met zich meebrengt. Wij raden u dan ook aan om daar wel voorzichtig mee te zijn. Er zijn geen medicijnen die tegen de ziekte van Pfeiffer helpen. Daarnaast is er nog geen vaccin ontwikkeld. U kunt wel een paracetamol of ibuprofen innemen tegen de keel en hoofdpijn. Lees voor de juiste dosering en het gebruik van deze pijnstillers de bijsluiter goed door.
Na het eerste bloedonderzoek is een extra controle bijna nooit nodig. De ziekte van Pfeiffer gaat vanzelf over. Bovendien toont extra bloedonderzoek vaak niets aan terwijl u zich nog ziek kunt voelen. Wij raden u aan om wel contact op te nemen met uw huisarts als:
- U zich wilt laten testen op Pfeiffer, dit wordt gedaan door middel van een bloedonderzoek
- U zich zorgen maakt
- U afwijkende en bijkomende klachten krijgt
- De vermoeidheid erg lang aanhoudt, dit kan dan een andere oorzaak hebben