Autisme
Autisme is een ontwikkelingsstoornis waarbij de hersenen informatie op een andere manier verwerken dan bij mensen zonder autisme. Het is aangeboren en ontstaat door een combinatie van erfelijke aanleg en omgevingsfactoren. Autisme komt dus niet door opvoeding of trauma’s. De symptomen van autisme verschillen per levensfase. Vaak komt autisme voor in combinatie met lichamelijke en psychische klachten. Onder andere maag- en darmklachten, allergische reacties, ADHD en/of verstandelijke beperkingen komen vaker voor bij mensen met autisme.
Met autisme kunt u last hebben van de volgende klachten:
- U heeft problemen op sociaal gebied.
- U heeft moeite met plannen.
- U heeft moeite met verandering.
- U kunt bepaalde dingen heel letterlijk nemen.
- U heeft een uitstekend oog voor detail.
- U bent goed in het herkennen van patronen.
- U heeft moeite met samenwerken.
- U heeft moeite met het omgaan met leeftijdsgenoten.
- U bent perfectionistisch.
- U bent over- of juist ongevoelig voor zintuiglijke prikkels.
- U verwerkt informatie trager.
Kenmerken van autisme verschillen overigens wel voor iedereen.
Autisme kan niet worden genezen, maar wel worden behandeld. U kunt zelf leren om er goed mee om te gaan door middel van:
Informatie verzamelen:
Als de diagnose autisme wordt gesteld, zou u zichzelf kunnen inlezen. Waarschijnlijk ontstaan er veel vragen over wat autisme precies is, dus kunt u hierover informatie verzamelen. Uw hulpverlener kan u helpen, hij/zij zou u precies kunnen vertellen wat u ervaart bij autisme en wat u zelf kan doen om ermee leren om te gaan.
Leren omgaan met stress en prikkels:
Mensen met autisme hebben meer moeite met nieuwe situaties en veranderingen. U kunt snel overprikkeld raken en dat levert u stress op. Er zijn veel manieren om met deze stress en prikkels om te leren gaan.
Het aanschaffen van een planner zou u meer structuur kunnen geven. Ook het aanschaffen van oordoppen zou kunnen helpen, deze zouden de prikkels kunnen verlichten. Ook bepaalde trainingen en begeleiding in het dagelijks leven zouden kunnen helpen.
Therapie:
Er bestaan verschillende therapieën voor autisme, zoals gesprekken met uw hulpverlener of activiteiten in een groep. Ook bestaat er gedragstherapie, hier leert u omgaan met autisme door op een andere manier te gaan denken over bepaalde dingen. Vaktherapie helpt ook bij sommige mensen. Hierbij praat u niet alleen met een hulpverlener, maar doet u ook verschillende activiteiten zoals muziek maken
Medicijnen:
Er is niet bewezen dat medicijnen helpen bij mensen met autisme. Soms kan de arts toch medicijnen voorschrijven bij klachten. Wel is het belangrijk om te weten dat medicijnen gepaard gaan met therapie. Eerst zal geprobeerd worden om zonder medicijnen uw problemen/klachten op te lossen. Medicijnen kunnen overigens vervelende bijwerkingen hebben.
Als u wilt weten of u autisme heeft, kunt u zich laten testen bij de huisarts. Als uw huisarts denkt dat u verder onderzocht moet worden, zal hij u verwijzen naar bijvoorbeeld een GZ-psycholoog of psychiater. Bij de hulpverlener, die gespecialiseerd is in autisme, zal u een aantal vragenlijsten moeten invullen. Daar krijgt u een diagnose. Als autisme is vastgesteld, kunt u ondersteuning krijgen om er mee leren om te gaan.