Diabetes type 1
Als u diabetes type 1 heeft, heeft u te veel glucose in uw bloed. Glucose is de brandstof van uw lichaam en om dit op te nemen, hebben uw cellen insuline nodig. Uw alvleesklier zorgt voor de aanmaak van insuline. Als u een gezond lichaam heeft, maakt deze precies genoeg aan. Bij diabetes type 1 doet uw alvleesklier dit onvoldoende. Hierdoor nemen uw cellen te weinig glucose op waardoor u een te hoge suikerwaarde heeft in uw bloed. Dit kan op langer termijn voor ernstige complicaties zorgen.
Diabetes type 1 begint vaak al in uw jeugd en iedereen kan het krijgen. Dit heeft niets met overgewicht of een ongezonde leefstijl te maken. Bij diabetes type 2 speelt dit wel een rol.
De eerste klachten die u bij diabetes type 1 krijgt zijn:
- U bent erg moe.
- U valt opeens veel af.
- U plast veel.
- U heeft een droge mond en u heeft de hele dag dorst. U drinkt daardoor meerdere liters vocht per dag.
- U heeft een grote eetlust of juist een verminderde eetlust.
- U heeft veelvuldig last van infecties, zoals puisten.
- Uw handen en voeten tintelen.
- U bent misselijk en moet overgeven.
Op een langer termijn kunt u ook last krijgen van:
- Hart- en vaatziekten
- Uw zicht dat permanent slechter wordt.
- Pijn in uw handen en voeten.
- Nieraandoeningen.
- Wonden die niet of nauwelijks helen.
Om de lange termijn klachten zoveel als mogelijk tegen te gaan, is het belangrijk dat u de eerste signalen vroegtijdig signaleert. Hoe eerder uw bloedsuikerwaarden verbeterd worden, hoe minder klachten u in de toekomst heeft.
Bij diabetes type 1 adviseren wij u aan om:
- Gezond te leven. Zo is het belangrijk om voldoende te bewegen, niet te roken en gezond te eten. Overgewicht is niet de oorzaak van diabetes type 1, maar een gezonde leefstijl heeft wel een positief effect op de ontwikkeling van diabetes type 1.
- Uw bloedwaarden regelmatig te meten en insuline te spuiten wanneer dit nodig is. Om dit nauwkeurig te kunnen doen, wordt u eerst voorgelicht door een diabetesverpleegkundige.
- Een eetdagboek bij te houden. Zo weet u wat u eet en hoeveel suikers u per maaltijd binnenkrijgt. U kunt hiervoor de eetmeter van het voedingscentrum gebruiken.
- Jaarlijks de griepprik te halen. Diabetes type 1 kan voor extra klachten zorgen bij de griep. Door de griep raakt uw bloedsuiker eerder ontregeld en u heeft een grotere kans op het krijgen van een longontsteking.
Als u vermoedt dat u diabetes type 1 heeft, raden wij u aan om direct contact op te nemen met uw huisarts. Deze verwijst u door naar de juiste specialisten in het ziekenhuis.
De eerste maanden zult u veel contact hebben met een diëtist, medisch psycholoog en diabetesverpleegkundige. In die periode leert u hoe u de insuline op de juiste manier bij uzelf toedient, leert u welke voeding u wel en niet mag eten en krijgt u informatie over de invloed van bewegen en stress op diabetes type 1. Aangezien diabetes type 1 een grote invloed op uw leven heeft, is het belangrijk om in contact te zijn met een medisch psycholoog. Deze ondersteunt u bij het herinrichten van uw leven en bij het acceptatieproces.