Wintertenen
In het kort
Bij wintertenen worden uw tenen blauw(paars) of rood. Dit gebeurt door de kou en komt dus vooral voor in de winter. Bij wintertenen kunt u verschillende klachten ervaren. U krijgt meer last van deze klachten als u in de kou bent of nadat u in de kou bent geweest.Bij wintertenen worden uw tenen blauw(paars) of rood. Dit gebeurt door de kou en komt dus vooral voor in de winter. Hoe het precies ontstaat, is niet duidelijk. Sommige mensen zijn er gevoelig voor en andere mensen weer niet. Over het algemeen komt het vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Ook kan het in sommige families vaker voorkomen. Daarnaast komt het vaker voor bij mensen die in een gekoelde ruimte werken.
Als het koud is, worden uw bloedvaten smaller. Deze worden weer wijder zodra het wat warmer wordt, om de doorbloeding weer normaal te krijgen. Als uw bloedvaten niet meer goed wijd worden, blijven deze vernauwd. Hierdoor komt er minder zuurstof in uw tenen en kunnen deze rood of blauwpaars worden en soms ook zwellen. Dit kan ook gebeuren in uw vingers, en soms ook op andere plekken, zoals uw oren, neus, polsen, voeten, billen, onderbeen of aan de buitenkant van uw dijen.
Bij wintertenen kunt u verschillende klachten ervaren. U krijgt meer last van deze klachten als u in de kou bent of nadat u in de kou bent geweest. Deze klachten kunnen zijn:
- Jeuk op de plek van uw klachten
- Pijn op de plek van uw klachten
- Branderig gevoel op de plek van uw klachten
- Rode, blauwe of blauwpaarse plekken op de plek van uw klachten
- Zwellingen op de plek van uw klachten
- Bij heftige reacties kunnen er blaren ontstaan op de plek van uw klachten
- Als u de blaren krabt of opent kunnen dit wondjes worden en eventueel ontstekingen veroorzaken op de plek van uw klachten
Deze klachten komen dus niet alleen voor in uw tenen, zoals de naam doet vermoeden
Meestal gaan de klachten vanzelf over na een aantal weken. Het kan ook zijn dat u de hele winter deze klachten ervaart en de klachten daarna over gaan. Dit gebeurt meestal als het weer warmer wordt buiten. Ook heeft u vaak meer klachten bij kouder weer en minder klachten als het wat minder koud is. De klachten kunnen elke winter terugkomen. Ook kunt u wintertenen krijgen als u in een gekoelde ruimte werkt.
Om de klachten te verminderen kunt u het beste uzelf warm houden. U kunt de volgende adviezen volgen:
- Vermijd de kou
- Draag warme sokken
- Draag handschoenen
- Draag een muts
- Draag warme kleding
- Draag geen strakke sokken of schoenen, die uw doorbloeding kunnen verminderen
- Zorg voor een warme werkplek en huis
- Houd uw voeten droog
- Voorkom wondjes op de plek van uw klachten; probeer krabben te vermijden
Als u rookt, heeft u minder doorbloeding in de huid. Stoppen met roken kan de klachten verminderen of uw wintertenen laten verdwijnen.
Ook kan het zijn dat de klachten erger worden indien u bètablokkers gebruikt. Overleg in dat geval met uw huisarts.
Neem contact op met de huisarts als één van onderstaande punten op u van toepassing is:
- Als de klachten aanhouden, ook wanneer het weer warmer wordt
- Als de huid kapot gaat op de plek van uw klachten
- Als de klachten ontstaan zonder kou
- Als de klachten ontstaan op oudere leeftijd